dinsdag 26 april 2011

Aangehaald

'Death is just another path. One we must all take.'
Gandalf, in The Return of the King

zondag 17 april 2011

Vreemde vogels


Een levend schildpadje aan je sleutelbos, het schijnt de nieuwste rage in China te zijn. Diervriendelijk Nederland spreekt er schande van. En terecht. De arme beestjes stikken binnen een paar dagen in hun luchtdicht gesealde verpakkingen. Voor sommige trendies is niets te gek, en handelaars brengen de levende waar maar wat graag aan de man. Handel is handel, nietwaar?

Dat vond een Rotterdamse dierenwinkel ook, een paar jaar geleden, toen hij eendagskuikens verkocht, speciaal voor Pasen. Het was legaal, maar de Dierenbescherming stak er toch een stokje voor. De handelaar vond het: ‘allemaal zo opgeblazen. Kinderen vinden die kuikens gewoon leuk. Er werd vorig jaar gezegd dat er mee werd gevoetbald, maar dat kan ook met een konijn of een duif.’

De paaskuikentjes zijn alweer even uit. Kan het niet wat hipper? Dat kan: had u roze, felgroen, geel of oranje gewild? Of toch liever een kuiken in blauw, paars of rood? Britse wetenschappers bedachten een manier om de beestjes in alles behalve hun traditioneel gele outfitje uit hun ei te laten kruipen. De trend sloeg niet aan in Europa, maar handelaars in het Midden-Oosten en Azië zagen er wel brood in. De felgekleurde kuikentjes zijn er inmiddels lucratieve handelswaar.

‘Gewoon leuk’ was ook het plan van Intratuin om levende distelvlinders te verkopen voor Moederdag. Het ging hun uitaard niet om de handel: ‘Het is niet de bedoeling dat we hier geld aan verdienen. Het gaat ons om de boodschap.’

Handelaren en marketeers kunnen spinnen en bagatelliseren wat ze willen, maar dieren zijn voelende wezens en geen hippe hebbedingetjes of trendy gadgets. Laten we ons voor Pasen nooit bezondigen aan levende decoraties, maar het houden op het verven van eieren. Wel vrije-uitloopeieren natuurlijk, dan hebben ook de kippen een vrolijke Pasen.

zaterdag 16 april 2011

Tuinreservaat


Het is een zeldzaam mooie lentedag. Het is dinsdagmiddag en ik heb onverwachts vrij. Een luxe voor deze hardwerkende zelfstandig professional. Het is wonderlijk stil in de buurt. Ik sta in mijn tuin en het enige geluid van menselijke activiteit dat ik kan ontwaren, is het nijdige gebrom van een hogedrukspuit in de verte. Ik besluit mezelf te trakteren op een middag in de ‘natuur’.

Zo gauw als ik mezelf met een boek in een ligstoel op het terras heb gedrapeerd, krijg ik gezelschap van buurpoes Guus. Hij vlijt zich tevreden neer aan de rechterkant van mijn stoel. Huisgenoot Scarface is een tikkie jaloers en confisqueert onmiddellijk de linkerzijde. Eén oog open en strak gericht op Guus, want die gast vertrouwt hij niet, zo dicht bij zijn baasje.

De katten zijn niet de enige dieren die me gezelschap houden. Naast me hangen een paar slakken aan de pergola. Mieren inspecteren de voegen tussen de terrastegels en pissebedden scharrelen rond bij een stapel stoeptegels. Lieveheersbeestjes snoepen van de eerste groene luizen op de net ontloken rozenblaadjes en kleine spinnetjes warmen zich op de schutting aan de lentezon. Bijen vliegen af en aan om de nectar uit zo veel mogelijk blauwe longkruidbloemetjes te drinken.

Als ik om me heen kijk, zie ik overal activiteit. Mijn tuin is groene oase, die wemelt van het leven. Bijzonder, zo te midden van de betegelde en braakliggende buurtuinen. Ik ben trots op mijn stadsreservaat, en alles wat er leeft en zich er thuis voelt. De heren Pokon en HG komen er bij mij niet in, met hun dodelijke mierenlokdozen, slakkenkorrels en luizensprays. Ik hanteer al jarenlang een strikt no-kill-regime.

Wespen, bijen, hommels en ander kruipend en trippelend gespuis, ze zijn allemaal welkom. In tegenstelling tot de ideeën die tegenwoordig gangbaar zijn in het Haagse, heb ik een rotsvast vertrouwen dat de flora en fauna zich prima zelf kunnen ‘beheren’. En als ik zo rondkijk in mijn tuinreservaat, dan kan ik alleen maar concluderen dat het werkt. De enige bewoner die nog ontbreekt in mijn collectie, is de stekeligste der stadsfauna: een egel. Zelfs in de paradijselijke Hof van Dekker blijft er gelukkig nog iets te wensen over.