zondag 18 september 2011

Mijn Melief


Damhert Jacob woonde in een hertenkamp. Hij kreeg artrose, waardoor hij ‘zijn’ hindes niet meer kon dekken. Hem wachtte de slacht.

Kitten Timothy werd toen hij tien dagen oud was met vier zusjes/broertjes in een doos in een bos achtergelaten.

Stampertje woonde in een kooi van kippengaas op een balkon, zonder enige vorm van beschutting, in de regen, sneeuw en felle zon.

Hondje Little Foot werd door haar baasjes naar de dierenarts gebracht voor een dodelijke injectie. Zij gingen scheiden.

Engel viel van de veewagen die op weg was naar het slachthuis. Ze was toen vier maanden oud.

Haan Ivanhoe werd gedumpt en was aan het verdrinken in een sloot toen de Dierenambulance hem vond.

Het zijn de verhalen van maar een handvol bewoners van Melief in Sögel, Duitsland. De plek waar meer dan duizend dieren een veilig thuis vonden. Duizend redenen voor drie dierenliefhebbende blondines uit de Randstad om de grens met de oosterburen over te steken. Plus 1: Knor. Mijn metgezellen zorgden acht maanden voor hem, nadat ze hem uit een achtertuin in Dordrecht hadden ontzet. Eerder dit jaar vond het zwarte hangbuikzwijn een permanent thuis bij Melief. Hij deelt daar zijn stal met andere hangbuikzwijnen, geiten en wat verdwaalde kippen.

Terwijl mijn vriendinnen herenigd zijn met Knor en hem de aai- en krabbehandeling van zijn leven geven, zwerf ik door de stallen en over de weilanden. Vol ontzag over wat Marc en Lothar van Melief en een handjevol vrijwilligers hier doen. Ik vraag me af wat ik eigenlijk bijdraag, behalve stukjes schrijven over het wee en soms ook het wel van dieren. Twee getraumatiseerde katten sleten bij mij hun oudedag. Ik redde een konijntje en zorgde een paar weken voor een depressieve haan in het park. Maar verder?

Mensen die doen. Die dieren redden, verzorgen en aan nieuwe, betere, baasjes helpen, daar heb ik grenzeloze bewondering voor. Ze doen het vrijwel altijd onbetaald, in hun eigen tijd en meestal van hun eigen geld. De Marcs, Lothars, Carolines, Hannies en al die anderen die ik niet bij naam ken. Hun leven staat in het teken van de meest weerlozen in onze maatschappij. Jullie zijn mijn voorbeelden. Woorden zijn goedkoop, maar desondanks draag ik deze op aan jullie, mijn helden.


Tijdens de open dag win ik in de loterij een rood, plastic spaarvarken. ’s Avonds, als ik thuiskom, stop ik er een tientje in. De eerste stap naar mijn eigen Melief...