maandag 28 maart 2011

Aangehaald

'Pluimvee moet kunnen scharrelen, varkens kunnen wroeten en koeien horen in de wei thuis'
Herman Wijffels (2001)

Brabants beerput


‘Vroeger hadden we 10 procent minder varkens, met hetzelfde aantal medewerkers... ,’ zegt boer Hoeven uit Oirschot zichtbaar trots. Vijftigduizend biggen per jaar produceert hij nu, maar hij wil dolgraag nog een megastal bouwen met eenzelfde productie. Met lichtjes in zijn ogen en een brede glimlach laat hij zien wat de fokzeugen in zijn nieuwe stal te wachten staat.


Biggenmachine
Hij toont de ‘kringloop’ van de zeug op een bouwtekening aan de muur. Hij spreekt enthousiast over de dragendezeugenstal, de kraamafdeling, de dekstal. Het leven van een dier gereduceerd tot een van minuut tot minuut gereguleerde biggenmachine. Totdat ze uitgebaard is. Dan gaat ze op de vrachtwagen naar het slachthuis. Het zal de eerste keer in haar leven zijn dat ze iets anders ziet en voelt dan stalen hekken, metalen roosters en beton. Op de valreep daglicht en frisse lucht voordat ze bedwelmd wordt met CO2.

Stank
De burgers en buitenlui klagen. Het leefklimaat in de buurt van de varkenshouderijen is zeer slecht. Het stinkt en hun huizen zijn onverkoopbaar geworden. Stallen worden tegenwoordig in hectaren gemeten. Tegelijkertijd wordt er in de politiek gesteggeld over woorden. Hoe groot is mega? Noem je het een megastal als hij zo groot is als een tennisbaan of pas bij de afmeting van een voetbalveld? Ondertussen stampen de boeren de ene na de andere (al dan niet mega)stal uit de grond.

Verliezers
Ik kan me de frustratie en het chagrijn van de klagende burgers goed voorstellen. Ik zou voor geen goud naast zo’n vleesfabriek willen wonen. ‘Het is een ongelijke strijd’ is de conclusie van het Zembla-programma ‘Het stinkt in Brabant’. Invloedrijke boeren gaan hun gang met toestemming van de overheid en de burgers hebben het nakijken.

Maar de grootste verliezers in dit verhaal zijn toch echt de varkens.

zaterdag 12 maart 2011

Aangehaald

Er was geen talrijker vogel dan de trekduif. Toch werd hij uitgeroeid...

'Wat stelt het kleine verlies aan sport voor vergeleken bij het uitsterven van een wilde soort – iets wat een mensenhand nooit kan vervangen?'
Midas Dekkers

Gruwelen der vedermode


Adam Morrigan maakt kadaverkunst. Voorwerpen en kledingstukken van verongelukte dieren. Je moet ervan houden, maar achter zijn vossentas gaat minder dierenleed schuil dan achter de bontkragen van doodgemartelde Chinese wasbeerhonden die hele volkstammen tegenwoordig aan hun jas hebben hangen. Minder ook dan aan de vosjes van onze koningin, al komen die waarschijnlijk uit fokkerijen dichter bij huis.


Roadkill
Je kunt zijn roadkillmode mooi vinden of verfoeilijk, dierenmishandeling is het niet. Morrigan gebruikt wilde dieren die een ‘natuurlijk’ leven leefden voordat zij slachtoffer van het verkeer of de elementen werden. De dieren zijn niet gedood voor zijn kunst. Zijn hoofdtooien gemaakt van vogelvleugels zullen het waarschijnlijk niet tot must haves schoppen, al weet je het maar nooit. Het is al eens eerder vertoond. Eind negentiende eeuw om precies te zijn.


Sternhoedje
Ruim een eeuw geleden waren hoedjes opgeleukt met veren, vleugels en zelfs kopjes van sternen dé ultieme fashion statement. Elke modieuze vrouw had wel zo’n sternhoedje. De mode betekende bijna het einde van de soort. Er was in 1908 een wet voor nodig om hem voor uitsterven te behoeden. Overigens niet omdat de overheid dat nodig vond, maar vooral onder druk van de Nederlandsche Vereeniging tot Bescherming van Vogels, die ‘tegen de gruwelen der vedermode’ was.


Feathered hat
Nu Kate Middleton, het nieuwe - en bijna koninklijke - stijlicoon van Engeland voor de tweede keer gespot is met een fashionable veren hoofddeksel, voel ik een trend aankomen. Veren zouden zomaar het nieuwe bont kunnen worden en ik houd mijn hart vast voor het voortbestaan van mijn gevederde medeschepsels. Hoog tijd voor de Vogelbescherming om de mouwen op te stropen en opnieuw ten strijde te trekken tegen deze ontluikende vedermode?