maandag 26 december 2011

Aangehaald

‘Iedereen die er een doodrijdt en denkt, ach het was maar een egel, zou er een vast moeten houden en van heel dichtbij naar hem moeten kijken en zich realiseren wat deze dieren allemaal kunnen, hoe slim en dapper ze zijn.’
Hugh Warwick, uit: Gek op egels

Gek op egels – Hoe egels de wereld kunnen redden

Ze stinken, zijn vergeven van vlooien, leven solitair, zijn stekelig en komen alleen ’s nachts tevoorschijn. En toch kunnen zij wereldwijd rekenen op een schare fans en bewonderaars: egels. Ze waren al geliefd bij de oude Egyptenaren en de Mesopotamiërs.

Met typisch Engelse humor (overigens uitstekend vertaald door Maureen Kemperink) vertelt ecoloog Hugh Warwick hoe hij verslaafd raakte aan egels en de avonturen die hij met deze prikkelige bolletjes (Erinaceus europaeus) beleefde. Hij kroop onder meer nachtenlang met hen door heggen en sloten.

Warwicks boek barst van de leerzame weetjes over deze bijzondere zoogdieren. Bijvoorbeeld: ze beschikken over vijf- tot zevenduizend stekels, rollen zich binnen 0,01 seconde op en kunnen – wel even de rok optrekken! – een topsnelheid van 9 km/u bereiken. Voor culinaire durfallen is er een recept voor spaghetti carbonara met stukjes egel. Egels komen voor in de bijbel, sprookjes, strips, films, boeken en logo’s.

In het boek laat de auteur een bonte parade van egelkenners en -liefhebbers de revue passeren. Maar ook egelhaters (voornamelijk obsessieve vogelaars) komen aan bod. Zelfs speciale egel-exterminators! Er zijn in het verleden meerdere grootschalige vervolgingen van egels voorgekomen. In China gaat Warwick op zoek naar zijn stekelige naamgenoot (Hemiechinus hughi) ‘die de laatste honderd jaar pas twaalf keer was gezien’.

Waarom juist dit dier zo veel aanbidders heeft, is een vraag die Gek op egels ruim beantwoordt. Warwick zegt het zo: ‘Geen enkel ander wild dier is te vergelijken met de egel – geen enkel ander wild dier staat ons toe zo dichtbij te komen. Neus aan neus met een egel kijk je recht in zijn ogen en vang je een glimp op van het echte leven in het wild.’

In het laatste hoofdstuk ontpopt de auteur zich als advocaat voor de egels. ‘Egels zijn behoorlijk robuuste wezens. Zij komen voor in verschillende soorten en maten sinds de begintijd van de zoogdieren, de eerste versies zelfs al in de nadagen van de dinosaurussen. Ze overleefden ijstijden, mammoeten en sabeltandtijgers en wisten bovendien een symbiotische relatie op te bouwen met de voornaamste predatoren, mensen. Maar het lijdt geen twijfel: egels worden bedreigd.’

Hoe kunnen deze koddige insecteneters de wereld redden? ‘De egel heeft veel te vertellen over onze manier van leven en wat er nog over is van de natuurlijke omgeving.’ De gezondheid van alle wilde dieren gaat achteruit en dat moeten we ons aantrekken. ‘Als we de buitenwereld zo ongastvrij hebben gemaakt dat egels nergens meer kunnen gedijen, dan is het enige wat er voor hen nog overblijft hun intrek te nemen in een kooi met een molentje erin.’ En: ‘Egels zijn een soort stekelige kanaries, zij waarschuwen ons voor een explosief mengsel in de atmosfeer.’

Gek op egels is grappig, leerzaam en onderhoudend. Een boek dat je keer op keer wilt herlezen. Een boek dat ons zonder ook maar eenmaal belerend te zijn, leert om meer dan waardering te hebben voor de natuur.



Gek op egels – Hoe egels de wereld kunnen redden, Hugh Warwick , KNNV Uitgeverij, speciale actieprijs tot en met 31 december 2011

woensdag 21 december 2011

Aangehaald

‘Er zijn geen slechte honden, alleen slechte bazen’ Cesar Millan

Eerherstel voor De Poedel

Bedrijfspoedel is de politieke term van het jaar 2011. In de internetverkiezing van Van Dale won het woord glansrijk van ‘polentaks’ en ‘halbeheffing’. (Huh? Halbe-wat?). Persoonlijk vond ik vleeshufter leuker, maar dat woord mocht alleen meedoen in de categorie Lifestyle. Of de Nederlandse Poedel Club blij is met de uitslag valt te bezien. Leden van de club trokken eerder al eens naar het Binnenhof om hun ongenoegen te uiten over de bezoedeling van de reputatie van hun viervoeters.

Poedels moeten het niet alleen in Nederland ontgelden. In Egypte staat de leider van de Militaire Raad maarschalk Hoessein Tantawi bekend als ‘trouwe poedel van Mubarak’. Reden genoeg om de straat op te gaan en zijn vertrek te eisen. Of de Egyptische poedelclub het Tahirplein al heeft bestormd is mij overigens niet bekend.

Het ras komt ook al niet voor in de top 10 van populairste hondenrassen. De poedel moest het afleggen tegen trendy leeghoofdjes als Franse buldogs en chihuahua’s en het ADHD’ertje de Jack Russel Terrier. Wat heeft de poedel toch misdaan om zo uit de gratie te raken?

De poedel is een van de meest intelligente hondenrassen. Mede daarom zijn ze heel geschikt als hulphond. Dat de poedel in de loop der tijd van stoere jacht- en waterhond is omgevormd tot pompons dragende cheerleaders met ontplofte permanentjes valt alleen hun baasjes aan te rekenen.

Ik stel voor het woord poedel tot geuzennaam te verheffen. Een eretitel voor iedereen die over poedelige kwaliteiten beschikt: grote intelligentie, leergierigheid en loyaliteit. En prima gezelschap zijn ze ook nog, die poedels. Noem uw geliefden, vrienden en collega’s dus voortaan gerust poedel. Het is een compliment.

maandag 12 december 2011

Aangehaald

‘Ecologen stellen nu al grimmig vast dat in het land van de bio-based economy, de verscheidenheid aan plant- en diersoorten in de stedelijke omgeving hoger is dan op het veelgeprezen platteland.’
Johan van de Gronden, filosoof en directeur van Wereld Natuur Fonds

Scholekstermania

De Dordtse Kil III. De eerste keer dat ik er kwam was begin maart. Het was op een zondag en ik reed rond op het industrieterrein om uit te zoeken waar het kantoor van Dordt Centraal precies was. De ochtend erna moest ik daar zijn voor een sollicitatiegesprek. Verdwalen doe ik net zo gemakkelijk als autorijden, dus een grondige voorbereiding is geen overbodige luxe.

Het is een industrieterrein zoals je overal in Nederland vindt. Een grotendeels lege vlakte, doorkruist met wegen en hier en daar een plukje bedrijven en kantoren. De bouwplannen voor nieuwe bedrijfspanden in de kiem gesmoord door de crisis. Behalve werk, heeft niemand er iets te zoeken, dacht ik.

Ik kreeg de baan en in juni begon ik mijn baantje als journalist. De eerste dag dat ik aan ‘mijn’ bureau aan het raam zat, zag ik een haas voorbij huppelen. Een dag later een scholeksterkoppel (Haematopus Ostralegus). Elke werkdag zag ik de vogels met hun opvallende oranje snavels en roodomrande ogen rondscharrelen op zoek naar wormen. Het Stadsdepot, onze buur, houdt het grasveldje waarop ik uitkeek goed kort en daar houden ze van.

Nog meer hazen, aalscholvers en een keur aan vogels bevolkten mijn uitzicht, maar mijn favorieten waren toch de scholeksters. Ik had er nog nooit eerder een gezien. Er zijn wetenschappers die voorspellen dat dit prachtige dier binnen een jaar of tien zal uitsterven, terwijl ik iedere dag van ze mocht genieten.

Tot de dag dat er nog maar eentje was. Lang hoopte ik dat zijn wederhelft weer zou opduiken. Tevergeefs. Na een week of wat foerageerde het dier in stilte. Zijn voortdurende klagende geroep naar zijn maatje had niets uitgehaald.

Tijdens mijn laatste week op de redactie bleef het veldje achter het depot leeg. Ook de laatste scholekster was verdwenen. Voor ik na mijn allerlaatste werkdag in mijn auto stap, laat ik nog eenmaal mijn blik over het grasveld dwalen. Stiekem hoop ik dat hij vertrokken is naar nog groenere weiden. Ergens waar hij niet meer alleen hoeft te zijn.