donderdag 27 februari 2014

Ganstrekken laat zich niet zomaar uitroeien



Dit weekend barst het carnaval weer los. In Grevenbicht, Limburg, reden voor dorpelingen om zich op 4 maart opnieuw te buiten te gaan aan het barbaarse en middeleeuwse gawstrèkke. 

Op wat praktiserende ganstrekkers na, kent het gebruik vooral tegenstanders. De Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde is tegen en veroordeelt daarmee alle dierenartsen die ganzen doden en prepareren voor het canavalsspektakel: ‘Dierenartsen (...) worden geacht de belangen van het dier te bewaken en dieren met respect te behandelen. Daarin past absoluut niet het doden van een dier voor een luguber spel.’ 

Voormalig minister Gerda Verburg keurde het af; zelfs haar opvolger Henk Bleker vond het gebruik niet gepast. De PvdD deed aangifte wegens dierenmishandeling en Piep Vandaag verzamelde vorig jaar 13.463 handtekeningen voor een petitie om dit bizarre volksvermaak te stoppen. Maar een van de belangrijkste kenmerken van tradities is dat ze zich nauwelijks laten verbieden. Integendeel. 

Hoe groter de weerstand tegen een traditie, des te fanatieker de traditionalisten. Niet geschikt voor kinderogen? ‘In Grevenbicht groeien ze er mee op. Straks moeten zij de traditie voortzetten.’ Dieronterend? Welnee: ‘In de middeleeuwen waren dat soort spelen niets bijzonders’, en: ‘Overal zie je afbeeldingen van de gans (...). Vanwege dit respect kan het ook geen kwaad voor kinderen.’ ‘Het is een diepgeworteld ritueel dat de dorpsbewoners verbindt met hun verre voorouders’, meldt de Folkloristische Vereniging. Heel ver terug, want in de jaren zestig bestond het ganstrekken niet meer. Pas begin jaren tachtig voerde deze vereniging het weer in. 

Kenmerkend voor dit soort discussies is dat er meer argumenten tegen dan voor zijn. Voorstanders komen vaak niet verder dan het belachelijk maken van tegenstanders en hun bezwaren: ‘Dierenactivisten zijn slachtoffer van de moderne emotiemaatschappij’, en ‘Mogen we straks nog bloemen plukken?’ Traditie is traditie, nee zelfs een ‘uniek stukje sociaal-cultureel erfgoed van internationale betekenis’, en dat nemen ZIJ ons niet af! 

Het lugubere evenement kan maar op één manier ten grave gedragen worden, en dat is door de Limburgers zelf, door lokale tegenstanders en meerderheid van gemeentegenoten die nu nog liever hun ogen sluiten en zwijgen. De rest van de ‘dierenactivisten’ kan niet meer doen dan Grevenbicht en de gemeente Sittard-Geleen mijden als de middeleeuwse builenpest. 

In de tussentijd schaar ik me graag achter de mening van een al even dierenactivistische dierenarts: ‘Ganzen uit elkaar trekken voor de lol is waanzinnig. (...) Bestuurders, die deze gruwelijkheid toestaan, zitten op de verkeerde plek. Zij dienen niet hun taak, dat in dienst staat van het leven. Zij dienen de dood en eigen belang. Tijd voor andere levenbeschermende bestuurders op die plek.’ Wat een toepasselijke gedachte, zo in verkiezingstijd. 



De citaten uit dit artikel zijn overgenomen uit reacties op de petitie op Piep Vandaag. Een filmpje over het ganstrekken is te bekijken via de site van L1 TV.
 

vrijdag 10 januari 2014

Unieke sprookjes bij PLUS



‘Op is op’. Zo beveelt PLUS haar wildproducten aan. Veel cynischer kan je het niet verzinnen als je het hebt over levende wezens. De supermarkten riepen de afgelopen maand om het hardst dat wild zó bij de kerstdis hoort, terwijl het net zo ‘Nederlands’ is als Sweet Sixteen en Halloween. Maar dat bevat de PLUS niet: Nederlanders moeten ‘wild van wild’ worden: ‘Iedere dag een feestdag met wild’!


PLUS is al sinds 2011 bezig met het ‘uitrollen’ van haar ‘concept Veluws wild’. De leiding heeft er haar beste tekstschrijvers op gezet: ‘Het unieke verhaal van... Als enige supermarkt in Nederland kiest PLUS voor de verkoop van wild, afkomstig van onze eigen Veluwe. Wild bevat geen enkele kunstmatige toevoeging, is caloriearm en rijk aan eiwitten. Het wildaanbod bij PLUS wordt niet bepaald door de vraag naar wild, maar is afhankelijk van de natuur... .’

Reclame is synoniem met overdrijving, halve en hele waarheden, maar de PLUS-marketeers jokkenbrokken er wel heel ernstig op los. Een goede kandidaat voor de Liegebeest Trofee van Wakker Dier? ‘Het aanbod wordt bepaald door de natuur.’ Staan de herten, reeën en zwijnen in rijen van vijf opgesteld langs de weg, zwaaiend en roepend ‘eet mij, eet mij’? En hoe graag jagers zichzelf ook natuurbeheerders noemen, de dood door een kogel of een schot hagel is allesbehalve natuurlijk.


Vrees niet, belooft PLUS, al het wild is diervriendelijk gedood. Alleen reclamemakers, jagers en jagende politici kunnen doden en diervriendelijkheid in één zin gebruiken. ‘Het afschot van de dieren gebeurt met een schot in het schouderblad, zodat het in hart en longen geraakt wordt en meteen dood is.’ Dit riekt wel heel sterk naar KNJV-propaganda. Jagers schieten ALTIJD raak!


‘PLUS haalt haar producten – indien mogelijk – graag uit de omgeving.’ Daarom verkopen ze ‘Hollandse’ hazenbout, ‘Limburgse’ konijnenbout en ‘Veluwse’ eendenborstfilet, hertenbiefstuk, reebiefstuk en wildzwijnsteak. Dat er nog wilde dieren rondlopen op de Veluwe mag een wonder heten. De term ‘wild’ gebruikt de supermarkt overigens losjes: de Veluwse eenden komen van een ‘Nederlandse’ (euh, niet ‘Veluwse’?) boerderij en de konijnen uit een vleesfokbedrijf in Limburg.

Ik ben benieuwd of ‘de service supermarkt van Nederland’ haar doelstelling ‘op is op’ heeft bereikt het afgelopen seizoen. Of misschien is er nog wat wild op de Veluwe over en kunt u zo nog bijdragen aan ‘op is op’. De sprookjes krijgt u er gratis bij, want PLUS geeft meer, veel meer...