zaterdag 16 april 2011

Tuinreservaat


Het is een zeldzaam mooie lentedag. Het is dinsdagmiddag en ik heb onverwachts vrij. Een luxe voor deze hardwerkende zelfstandig professional. Het is wonderlijk stil in de buurt. Ik sta in mijn tuin en het enige geluid van menselijke activiteit dat ik kan ontwaren, is het nijdige gebrom van een hogedrukspuit in de verte. Ik besluit mezelf te trakteren op een middag in de ‘natuur’.

Zo gauw als ik mezelf met een boek in een ligstoel op het terras heb gedrapeerd, krijg ik gezelschap van buurpoes Guus. Hij vlijt zich tevreden neer aan de rechterkant van mijn stoel. Huisgenoot Scarface is een tikkie jaloers en confisqueert onmiddellijk de linkerzijde. Eén oog open en strak gericht op Guus, want die gast vertrouwt hij niet, zo dicht bij zijn baasje.

De katten zijn niet de enige dieren die me gezelschap houden. Naast me hangen een paar slakken aan de pergola. Mieren inspecteren de voegen tussen de terrastegels en pissebedden scharrelen rond bij een stapel stoeptegels. Lieveheersbeestjes snoepen van de eerste groene luizen op de net ontloken rozenblaadjes en kleine spinnetjes warmen zich op de schutting aan de lentezon. Bijen vliegen af en aan om de nectar uit zo veel mogelijk blauwe longkruidbloemetjes te drinken.

Als ik om me heen kijk, zie ik overal activiteit. Mijn tuin is groene oase, die wemelt van het leven. Bijzonder, zo te midden van de betegelde en braakliggende buurtuinen. Ik ben trots op mijn stadsreservaat, en alles wat er leeft en zich er thuis voelt. De heren Pokon en HG komen er bij mij niet in, met hun dodelijke mierenlokdozen, slakkenkorrels en luizensprays. Ik hanteer al jarenlang een strikt no-kill-regime.

Wespen, bijen, hommels en ander kruipend en trippelend gespuis, ze zijn allemaal welkom. In tegenstelling tot de ideeën die tegenwoordig gangbaar zijn in het Haagse, heb ik een rotsvast vertrouwen dat de flora en fauna zich prima zelf kunnen ‘beheren’. En als ik zo rondkijk in mijn tuinreservaat, dan kan ik alleen maar concluderen dat het werkt. De enige bewoner die nog ontbreekt in mijn collectie, is de stekeligste der stadsfauna: een egel. Zelfs in de paradijselijke Hof van Dekker blijft er gelukkig nog iets te wensen over.

5 opmerkingen:

rob alberts zei

Martin Melchers praat over een haas die hij middenin de stad in het magazijn van een schoenenwinkel vangt. Of een eekhoorntje in een binnentuin naast het Rijksmuseum.
Dus wellicht is een egel dan ook nog bij jou mogelijk.
Zie de video Haring in het IJ voor de beelden.
Vrolijke groet

Aldert zei

Nettie,

leuk en voor mij herkenbaar. Ontspannen en to the point. Op facebook, LinkedIn, Windows Live en twitter doorgeleid.

Groeten,
Aldert

Anoniem zei

Tuinen worden nog spannender als je de natuur zoveel mogelijk vooral zichzelf te laten zijn. Boeiend om dan de keuzes van de natuur te volgen. Bepaalde ontwikkelingen moet je wel blijven bijsturen als die van woekerplanten.

De sterkste dreigt in een tuin met dezelfde grond tot uiteindelijk maar een paar soorten te leiden.

KortwegDekker zei

Met planten ligt het soms wat lastiger, maar als er eentje is die het voorbestaan van andere bedreigt, dan probeer ik er nieuw 'onderdak' voor te vinden.

KortwegDekker zei

Nieuwsflash: Gisteren was er een egeltje aan het scharrelen tussen de varens. Soms komen wensen uit!