dinsdag 5 april 2016

Reeën tellen



(Foto: Menno Zielhorst/Stadswandelaars)
Jagers Wildbeheereenheid gaan reeën tellen’ kopt de Franeker Courant. Een typisch jagerspersberichtje dat we de komende tijd in nog veel meer lokale en regionale bladen zullen zien opduiken. Een persbericht vol misleidende informatie, waarin de hobbyjagers zichzelf willen portretteren als natuurdeskundigen. Laten we eens goed naar het bericht kijken...

 ‘De jagers van de lokale Wildbeheereenheid (WBE) Tusken Waed en Stêd gaan vrijdag en zaterdag op pad om de in hun gebied aanwezige reeën te tellen.’
Het tellen is een terugkerende jaarlijkse activiteit en vind altijd rondom deze periode plaats.
Het tellen geeft volgens de WBE een goed beeld van de ontwikkeling en de conditie van de populatie. “April is daarvoor een prima periode, omdat in deze periode de sprongen (groepen) – met de bokken en de geiten – nog redelijk bij elkaar zijn en de natuur een handje helpt doordat wat groeit en bloeit dan nog op het punt staat te beginnen”, aldus de jagersvereniging.
Om het tellen te vergemakkelijken is het gebied van de WBE opgedeeld in elf sectoren. De telling wordt door vrijwilligers, binnen de genoemde periode op drie momenten gedaan en geeft daarna een goed beeld van het geheel.
De telgegevens worden in een centrale data ingevoerd waarna door een centrale Faunabeheereenheid (FBE)– per provincie – de draagkracht van het gebied voor het aantal reeën wordt bepaalt.
De jagers zijn het grootste, opgeleidde vrijwilligersnetwerk in het Nederlandse buitengebied. Zij onderhouden mede het landschap, tellen en monitoren de daarin levende dieren (niet alleen reeën). De WBE Tusken Waed en Stêd telt 135 leden en beschikt over een areaal van 18.000 hectare.’ Einde bericht.


Het tellen van in het wild levende dieren heeft maar één doel: het bepalen van hoeveel dieren de tellers c.q. jagers willen doodschieten. Want je kunt wilde dieren helemaal niet exact tellen, en zeker niet een schuwe soort als het ree. De zinsnede ‘(...) geeft daarna een goed beeld van het geheel’, is klinkklare onzin en kent geen enkele wetenschappelijke basis.

Niet dat dat de jagers iets uitmaakt, want ze tellen er uiteraard altijd VEEL. TE VEEL. Daarna kunnen we wachten op de eerste berichten in de kranten over hoe gevaarlijk ZO VEEL reeën zijn voor ónze verkeersveiligheid.

Reeën zijn beschermde dieren. Ze mogen niet afgeschoten worden onder het mom van populatiebeheer, zoals dit bericht lijkt te suggereren: ‘(...) waarna door een centrale Faunabeheereenheid (FBE)– per provincie – de draagkracht van het gebied voor het aantal reeën wordt bepaalt.’

Reeën mogen ook al niet afgeschoten worden onder de noemer ‘schadebescherming’, want de dieren richten nauwelijks schade aan landbouwpercelen aan. Omdat jagers wel graag reeën doden, blijft alleen de ‘verkeersveiligheid’ over als argument om een ontheffing aan te vragen bij de provincie.

Het bericht is – kortom – een misleidend persberichtje uit de pen van de communicatieafdeling van de jagersclub, dat niet anders gelezen kan worden dan dat jagers ook dit jaar weer dood en verderf willen zaaien onder de reeën in het gebied tussen Leeuwarden, Harlingen en de kust.


PS: Enne, Franker Courant: als je dan persberichten plaatst zonder enige journalistieke waarde, haal dan tenminste alle taalfouten er even uit...

1 opmerking:

Anoniem zei

Jacht en jagers blijven moeilijk en vooral dodelijk.

Bezorgde groet,