maandag 24 mei 2010

Lastpakken


Dieren, je moet er maar last van hebben. Op Terschelling durven mensen niet meer te fietsen uit angst om aangevallen te worden door een horde Schotse hooglanders, wilde zwijnen maken de wegen op de Veluwe onveilig en herten plunderen keurige voortuintjes in het schone Zandvoort. Ook vliegende dieren kunnen zich ontpoppen als lastpakken. Vogels zijn enig, zo lang ze niet poepen op heilige koeien, snoepen uit al dan niet commerciële visvijvers of boeren voor de voeten lopen.

En dan is er Gerda. Gerda heeft last van álle dieren die zich niet aan de ‘regels’ houden en die dierenbeschermers zijn helemaal een nagel aan haar doodskist. Het leven van een demissionair minister valt niet mee hoor. Ze waarschuwt locale gemeentes niet zulke watjes te zijn en snel te beginnen met het ‘beheren’ van al dat ongewenste en ongehoorzame dierentuig. Want wie weet welk een rampspoed over ons heen zal komen als wij de natuur en de dieren daarin vrij spel zouden geven.

De dieren zijn het lijdend voorwerp. Ze hebben niets in te brengen. Ze leven in de gebieden die wij afpalen en waarvan wij zeggen dat ze zich er ‘vrij’ mogen bewegen. En dan niet te veel van dattum, want de geboortecijfers en afschotquota zijn al in keiharde cijfers vastgelegd. Zo lang dieren zich gedragen en zich houden aan de regeltjes die beleidsmakers hebben bedacht, zijn ze welkom in Nederland. Stoute everzwijnen of edelherten worden onverbiddelijk afgeschoten, tenzij ze in een gemeente leven waar de softies aan de macht zijn.

Het o zo Nederlandse opgeheven vingertje geldt ook voor dieren. Pas op hoor, of ik doe je wat! En de dieren? De dieren doen wat ze altijd hebben gedaan. Ze gaan zo goed en zo kwaad als het kan hun natuurlijke gang. De natuur is tot een probleem gemaakt dat beheerst en gemanaged moet worden. De natuur wordt ontworpen op tekentafels door mensen die daarbij bedenken hoe de dieren zich in die ‘gemaakte’ wereld zouden moeten gedragen. Want het idee dat de natuur zelf wel weet hoe het moet, dat is wel heel radicaal en potentieel levensgevaarlijk, vinden velen.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Een pittig, maar terecht stukje! Goed in woorden gevat. De grootste vijand van de mens is niet de natuur, maar de mens zelf. Jammer dat sommige cliche's nog steeds geldig zijn.

Marcel Vossestein zei

Een terechte schets van de beleving!

Hierbij mijn conclusies van de analyse van de perverse prikkels in ons beheer van grote zoogdieren:

Met de natuurlijke aanwas van prooidieren als herten en zwijnen zijn ook de levensmogelijkheden bepaald van eventuele roofdieren. Roofdieren doden niet meer prooidieren dan ze kunnen eten. Dat eten moet het hele jaar beschikbaar zijn en blijven. Jagers zien zich graag als vervanger van roofdieren. Maar zij doen het niet vanwege honger. Zij gaan voor de oogst van de volgroeide dieren vanwege hun hoogste opbrengst. En met die opbrengsten doen ook de terreineigenaren hun voordeel. En daarmee is de financiële kringloop rond, terwijl die overduidelijk ten koste gaat van de natuurlijke kringlopen en de rust in hun terreinen.

Feitelijk zou de jaarlijkse vermindering in de natuurgebieden nooit groter mogen zijn dan de aanwas en sterfte onder natuurlijke omstandigheden. Dus zo’n 25% onder de herten en 35% onder de wilde zwijnen. Onder die omstandigheden zullen de dieren zelf laten zien met welke aantallen zij in gebieden kunnen leven.

Meest belangrijke stap zou zijn als de uitzonderingen op de wettelijke bescherming – als pervers gebleken prikkels – zouden verdwijnen. Met nog slechts een zorgvuldige begeleiding in plaats van het nu uitkammen van leefgebieden zal men ook weer kunnen genieten van de dieren die dan weer zichtbaar zijn in de natuur. Dit respect voor de laatste restjes natuur is vele malen meer waard dan ons wild als een armzalig stukje vlees op het etensbord.