vrijdag 30 november 2012

Beestjesvrij



Een haar in mijn eten. Yuk! In een restaurant ‘braakverwekkend’, maar ik moet ook even slikken als ik er een van mezelf uit mijn bord oplepel.

Een kattenhaar in de soep vind ik dan weer niet zo erg, als ie maar van Bas is, maar daar blijft het dan ook bij. Op haren van andere dieren, katten of anderszins wil ik niet kauwen. Ook niet op varkenshaar.

Dan sta je toch even raar te kijken als je leest dat er varkenshaar in je bammetje zit. “Fabel!”, schreeuwt het Voorlichtingsbureau voor Brood bijna uit.
 
De broodverbeteraar E920 is alleen maar gemaakt uit dierlijk haar. Namelijk uit de keratine in paarden-, runder- of varkensharen. Of zoals de broodpromoter het omschrijft: “Het is dus niet zo dat er gemalen (varkens)haar in brood zit, maar het in haren aanwezige eiwit kan gebruikt worden om cysteïne uit te isoleren.”

Nu zijn er lijsten met daarop de E-nummers waarin dierlijke producten verwerkt zijn. Fijn, maar het valt niet mee om gewapend met zo’n E-lijst door de supermarkt te navigeren. En trouwens, wie heeft daar nu tijd voor?

Nee, ik wil het in één opslag kunnen zien. Fijn als ik een mededeling zie dat een product ‘vegan’ is. Ik wil het vooral zien als het dat níét is. En dan niet eufemistisch verscholen achter E-nummers. Niet in priegellettertjes achter op een pak roze koeken ‘E120’, maar hup een sticker erop met de tekst: ‘hier zitten beestjes in’.

Babybliss adverteert met borstels die gemaakt zijn van everzwijnhaar. Kijk, daar kan ik wat mee. Die borstel komt zelfs niet in de buurt van mijn haar. Beter nog, voor de zekerheid koop ik maar helemaal geen Babybliss-producten.

Je weet maar nooit.

1 opmerking:

rob alberts zei

Ik herinner mij van vroegere lessen dat voor professionele vochtigheidsmeters de haren van Russische vrouwen werden aangeraden.
Alleen kon niemand mij uitleggen wat er nu zo speciaal aan Russische vrouwenharen is.
Vrolijke groet van een kalende oudere man.